De meest eenvoudige definitie luidt: "slaap is gestoord als je daarvan niet uitrust". Daarbij gaat het er niet in de eerste plaats om hoe lang iemand slaapt, de kwantiteit, maar hoe goed iemand slaapt, de kwaliteit. Of preciezer gezegd of iemand wel voldoende diep en voldoende afwisselend slaapt. Slechte slaapkwaliteit is een ramp voor dagelijks bestaan. Men denkt dat 20% van de volwassen bevolking klachten heeft over de slaap. Met het stijgen der jaren loopt dat percentage op tot 30 à 50 boven de 70 jaar. Opmerkelijk is dat slechts 5% van de bevolking hiervoor medische hulp zoekt.
Iedereen heeft wel eens een slechte nacht. Als dat slechts een enkele keer gebeurt, is dat vervelend, maar niet hinderlijk. Anders wordt dat wanneer iemand dagelijks niet uitgerust wakker wordt. Dan kan de slaperigheid overdag ernstige problemen veroorzaken tijdens het werk en in het verkeer. Bovendien bestaat er een belangrijke relatie tussen het hebben van een slaapstoornis en stress. Een langdurige slaapstoornis kan chronische stress tot gevolg hebben, terwijl chronische stress weer slaapstoornissen kan veroorzaken of verergeren. Ook bestaat er een relatie tussen gestoorde slaap, geheugenstoornissen en concentratieproblemen. Met andere woorden: slecht slapen is uitermate ongezond.