In het kort
Een MRI (Magnetic Resonance Imaging) brengt via magnetische technieken delen van het lichaam in beeld. Er wordt geen gebruik gemaakt van röntgenstraling. De onderzoeken zijn niet pijnlijk en voor zover bekend niet schadelijk.
Bij het MRI-onderzoek wordt gebruik gemaakt van een sterk magneetveld. Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk te weten of u metalen voorwerpen in uw lichaam heeft. Het is daarom belangrijk dat u vooraf een vragenlijst in vult.
Trek gemakkelijke kleding aan, liefst zonder metalen knopen of ritsen, en laat sieraden zoveel mogelijk thuis. U mag geen metalen of magneetgevoelige voorwerpen bij u dragen. Ook make-up, met name mascara, kan metaaldeeltjes bevatten.
De laborant haalt u op uit de wachtkamer en brengt u naar de kamer waar het onderzoek plaatsvindt. In de onderzoekskamer stelt de laborant u nog enkele vragen die belangrijk zijn voor het onderzoek. Tijdens het onderzoek ligt u met uw kleren aan op een verschuifbare onderzoekstafel die in de tunnel van het MRI schuift. Binnen in de tunnel brandt licht. Het scanapparaat is aan het hoofd- en voeteneind open. Het lichaamsdeel dat wordt onderzocht, komt in het midden van de tunnel te liggen.
Het apparaat maakt tijdens het onderzoek regelmatig een hard kloppend geluid. U krijgt een koptelefoon met microfoon op. Het is mogelijk om tijdens het onderzoek, via de koptelefoon, naar de radio te luisteren. De laborant is tijdens het onderzoek buiten de MRI-ruimte, maar kan u wel zien. U heeft contact met de laborant via een microfoon. In geval van nood kunt u via een bel de laborant waarschuwen. De laborant geeft u tijdens het onderzoek de nodige aanwijzingen via de koptelefoon. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek zo stil mogelijk blijft liggen. Hierdoor kunnen er betere afbeeldingen gemaakt worden.
Soms maken we extra opnames met behulp van contrastvloeistof. Deze vloeistof zorgt ervoor dat uw organen of bloedvaten beter zichtbaar zijn. In dat geval brengen we van tevoren een infuus in, zodat we tijdens het onderzoek contrastvloeistof kunnen toedienen. MRI-contrastmiddel bevat geen jodium. In zeldzame gevallen ontstaan onschuldige bijwerkingen, zoals waterige ontlasting, darmkrampen, misselijkheid en braken. Het is niet altijd van te voren bekend of we u contrastvloeistof moeten geven. Dit bepaalt de radioloog.
Het onderzoek duurt 45 tot 60 minuten.
Na het onderzoek mag u zelf naar huis rijden. Het is niet verantwoord zelf naar huis te rijden als u voor het onderzoek een kalmerend medicijn heeft gekregen (bijvoorbeeld in verband met uw angst voor kleine ruimten).
U krijgt de uitslag van de MRI van uw behandelend arts.