AFT is een van de therapieën uit het behandelaanbod van de Psychotherapeutische Dagkliniek. Daar volgen cliënten een of twee hele dagen therapie per week. Maar wat is een affectfobie eigenlijk? En welke klachten horen daar bij? In dit artikel lees je hoe AFT mensen helpt hun klachten te verminderen.
Angst voor gevoelens
Pauline: “Gevoelens helpen mensen om de juiste keuzes te maken, dicht bij anderen te zijn en grenzen te stellen als dat nodig is. Maar gevoelens kunnen ons ook angstig maken. Bijvoorbeeld als we bang zijn dat we de dingen die we meemaken niet goed aankunnen. Of wanneer we geleerd hebben dat emoties er niet mogen zijn. Dan kun je bang worden voor gevoelens en een fobie voor emoties ontwikkelen: een affectfobie.
Wanneer we gevoelens wegstoppen, verdwijnt ook de spontaniteit, of ontstaan klachten als spanning en onrust of een moe, somber en uitgeput gevoel en vage lichamelijke klachten. Daarbij kunnen mensen ontevreden worden over hun werk of relatie en zich daarin niet laten kennen. Ze trekken zich terug, vervreemden van anderen, durven niet meer kwetsbaar te zijn en missen plezier in het leven.”
Overlevingsstrategie
Iedereen maakt nare dingen mee. Maar niet iedereen ontwikkelt een affectfobie. Hoe kan dat? Nina: “Hoe mensen aan een affect fobie komen, kan heel verschillend zijn. Wanneer mensen hebben geleerd dat er voor gevoelens geen plek is, ontwikkelen ze soms een overlevingsstrategie die op dat moment logisch is, maar daarna tegenwerkt. Bijvoorbeeld wanneer iemand gepest werd, een dierbare verloor, een zieke broer of zus had waar alle zorg naar uitging of waarbij er sprake was van een opeenstapeling van soortgelijke ingrijpende gebeurtenissen. Wanneer ze boos, verdrietig of angstig waren, hielden ze dat voor zichzelf. Ze trapten eigenlijk op de rem van hun emoties.
Wanneer je in je latere leven onbewust dezelfde overlevingsstrategie blijft toepassen, gaat dat tegen je werken in plaats van dat het je helpt. Vanwege angst, schuldgevoel of schaamte blijft de rem op de emoties. Mensen die hier last van hebben zijn vaak meegaand en passen zich onnodig veel aan. Ze weten niet wat ze zelf voelen of wat hun behoeften zijn. Daardoor blijven ze vaak onder de radar in de hulpverlening, want ze vallen niet op. Maar de worstelingen kunnen groot zijn en een gevoel van eenzaamheid geven.”
Groepstherapie
Er zijn meerdere zorgaanbieders die AFT bieden, allemaal gebaseerd op dezelfde methodiek, maar wel met wat verschil in de uitvoering. In het ZMC gaat het om een groepstherapie in de dagkliniek. Pauline: “Het bieden van AFT in een groep is een bewuste keuze. Ook al vinden mensen met een affectfobie dit vaak eng omdat ze juist in het contact met anderen angstig zijn. Maar op deze manier kun je sneller tot de kern van het probleem komen. Waar je in het dagelijks leven tegenaan loopt, gebeurt ook in de groep. Het vraagt dus nogal wat van onze groepsleden. Je hebt er moed voor nodig. Tegelijk is groepstherapie ook steunend omdat je merkt dat je niet de enige bent.
Een groot voordeel van groepstherapie is ook dat dat de deelnemers veel van elkaar leren. We bieden een veilige plek om gezamenlijk aan de slag te gaan. Door het uitwisselen van gedachten en gevoelens tussen de groepsleden onderling, komen de deelnemers losser van vaste patronen en kunnen ze oefenen met nieuw gedrag.
Tijdens de therapie zie je vaak dat de klachten van mensen eerst verergeren. Maar als ze wat verder in de behandeling zijn, zie je ze plotseling opbloeien. Ineens lijkt hun eigen karakter meer tevoorschijn te komen en zie je wie iemand achter dat aangepaste gedrag echt is. Mensen krijgen ineens weer kleur. Dat is denk ik het mooiste aspect van ons werk.”
Intensief
De AFT in het ZMC is qua vorm intensief. Groepsleden volgen de therapie een jaar lang, een of twee dagen per week. Per dag zijn er drie therapieonderdelen die gegeven worden door een vast team. In dit team zitten verschillende soorten behandelaars. Nina: “De therapie is daardoor intensiever en vooral bedoeld voor mensen die eerder ergens anders een andere therapie volgden maar daarmee niet voldoende verder kwamen. Daarnaast is het belangrijk dat er naast de twee therapiedagen ook een vorm van werk, vrijwilligerswerk of studie is zodat men meer van de therapie kan profiteren.
De therapie bestaat uit verschillende onderdelen, we praten niet alleen, maar we gebruiken ook beeldende therapievormen en betrekken het hele lichaam bij de behandeling. Aanvullend kunnen er gesprekken met naasten plaatsvinden en er is de mogelijkheid tot ondersteuning met medicatie.”
Pauline: “Mensen komen vaak binnen met een lage zelfwaardering. Ze zijn continu hun bestaansrecht aan het verdienen. Hier leren ze de waarde kennen van mildheid voor jezelf hebben en hoe fijn het is om assertief te kunnen optreden en wat meer plezier te kunnen ervaren. Het is niet zo dat alles in je leven dan ineens gemakkelijker is, maar wel dat je meer mogelijkheden hebt om met diverse situaties om te gaan.”
Meer informatie vind je hier:
AFT voor jong volwassenen (18-25 jaar)