Darmkanker komt steeds meer voor. Jaarlijks krijgen in Nederland bijna 13.000 mensen te horen dat ze darmkanker hebben. Ruim 5000 mensen overlijden aan deze vorm van kanker. Hoe constateer je deze ziekte? En hoe wordt de ziekte behandeld? Welk traject bewandel je als patiënt? Maag-darm-leverarts Dirk Schölvinck, coloncare-verpleegkundige Maaike Corver en chirurg en opleider Frank den Boer geven antwoord.
Het is de huisarts die patiënten na verschillende klachten of symptomen doorverwijst naar het ziekenhuis. MDL-arts Dirk Schölvinck: “Symptomen van darmkanker zijn bijvoorbeeld bloedverlies, een veranderend ontlastingspatroon of zelfs verstoppingen.”
“Soms is er echter al sprake van (beginnende) darmkanker, terwijl dit nog geen symptomen geeft. Daarom kent Nederland sinds een aantal jaar een darmscreeningsproces: mensen tussen de 55 en 75 krijgen elke twee jaar een ontlastingstest thuisgestuurd. Deze test meet of er bloed in de ontlasting zit. Als de test positief is, is er een reden om een aanvullend dikkedarmonderzoek te doen. Op deze manier kan darmkanker in een vroeg stadium ontdekt worden.”
Wijst het onderzoek darmkanker uit, dan gaat de patiënt een traject in. “Eventueel wordt er nog verder naar gekeken bij de radiologie . Vervolgens wordt er tijdens een overleg met de chirurg, radioloog, oncoloog en MDL-arts besproken wat het behandelplan wordt. Vaak wordt de patiënt doorgestuurd naar de chirurg voor een operatie.”
Bij het multidisciplinair overleg zijn ook Maaike Corver en Frank den Boer aanwezig. Als coloncare-verpleegkundige – coloncare is letterlijk vertaald dikkedarmzorg – zit Maaike het overleg met alle specialisten voor.
Zodra de diagnose is gesteld, komen de patiënten bij haar. Ze heeft telefonisch contact met hen en zorgt dat alle afspraken goed verlopen. “Ik vind het bijzonder om deze mensen te helpen en hen bij te staan in hun ziekteproces”. Maaike is niet alleen aanspreekpunt voor de patiënten, maar ook voor de familie.
Frank den Boer is colorectaal chirurg en opleider in het Zaans Medisch Centrum sinds 2005. “De combinatie van doen en denken is hartstikke mooi. Het meest bevredigende van dit werk is dat je een groot verschil voor mensen kunt maken in hun leven. Het feit dat je iemand kunt genezen met je eigen handen, is prachtig! “
Volgens Frank den Boer start de behandeling van dikkedarm- of endeldarmkanker vaak met een operatie. “Die operatie wordt binnen twee à drie weken gepland. We doen dat zo snel als maar kan. We willen niet dat de kanker zich uitbreidt en willen voorkomen dat er een afsluiting plaatsvindt en dat de patiënt bloedarmoede krijgt.”
Zodra de operatie is gepland, krijgen de patiënten een duidelijke uitleg. “Met tekeningen maken we het zo eenvoudig mogelijk voor de mensen. Zo kunnen we in detail uitleggen wat er precies in de buik gaat gebeuren.”
Zodra de operatie is voltooid, komt Maaike Corver weer in beeld. Zij begeleidt de patiënten en de familie tijdens de revalidatie. “In het Zaans Medisch Centrum hebben we het ERAS-programma. Dat is ontwikkeld voor een snel en goed herstel van de patiënten. Daarnaast hebben we in de follow up niet alleen aandacht voor het fysieke herstel, ook krijgt de patiënt ondersteuning bij het mentale herstel.”
De patiënt ligt na de operatie meestal drie tot vier dagen in het ziekenhuis. Soms duurt het langer. Eenmaal thuis of in het verzorgingshuis komt de patiënt weer terug op de polikliniek voor de uitslag van het weefselonderzoek.
Afhankelijk van die uitslag wordt bepaald of er nog verdere behandelingen volgen. Bij een gunstige uitslag zijn er geen verdere behandelingen nodig. De operatie is dan voldoende geweest. Maaike Corver: “Soms is een operatie helaas niet voldoende. Dan is er nog zo’n drie maanden aan chemotherapie nodig. Hierdoor wordt de kans kleiner dat de tumor terugkomt.”
Frank de n Boer vult aan: “Er kunnen nog microscopisch kleine kankercellen in het lichaam zitten. Die cellen zijn op geen enkele scan te zien. Met chemotherapie kunnen we deze cellen toch de nek omdraaien.”
Na de operatie en eventueel aanvullende chemotherapie komen patiënten vijf jaar lang elk jaar naar de polikliniek terug voor controle. Maaike Corver: “Het kan zijn dat er in die tijd toch weer een tumor groeit. Belangrijk is om die patiënt goed uit te leggen wat we zien en ze stapje voor stapje mee te nemen daarin.” Dat controle belangrijk is, blijkt: bij mannen is dit de op 1 na dodelijkste vorm van kanker. Bij vrouwen de op 2 na dodelijkste vorm.
Dirk Schölvinck, Maaike Corver en Frank den Boer benadrukken nogmaals hoe belangrijk het is om bij klachten niet te wachten, ook niet in coronatijden. “We hebben alles zo ingericht dat de behandeling zo goed mogelijk door kan gaan. We hebben genoeg ruimte en capaciteit voor deze patiënten in het Zaans Medisch Centrum.”