Per 2021 hebben verschillende zorgverzekeraars een zogenaamd preferentiebeleid (voorkeursbeleid) op kortwerkende insulines. Dat betekent dat bepaalde verzekeraars mogelijk een ander merk insuline vergoeden (een biosimilar), maar wel met dezelfde werkzame stof en gelijkwaardig aan het originele geneesmiddel. Biosimilars zijn door de EMA (Europees Medicijn Agentschap) goedgekeurd en even veilig en effectief beoordeeld als het origineel waarop de biosimilar is gebaseerd. Er is dus geen verschil in de manier waarop de insuline werkt, overstappen kan wel betekenen dat er andere hulpmiddelen (zoals een andere insulinepen als u penfills gebruikt of andere naaldjes) nodig zijn. Het kan voorkomen dat de apotheek u de volgende keer een ander merk insuline meegeeft, check dan of er ook andere hulpmiddelen nodig zijn. De apotheek kan dit vertellen.
Om welke insuline het gaat, welk beleid de zorgverzekeraar hanteert en of dit ook voor u geldt, is te vinden op de site van de Diabetesvereniging Nederland (DVN): Preferentiebeleid insulines per 1 januari 2021 (dvn.nl)
Via onderstaande link is tevens een stappenplan te bekijken en waarmee u kan nagaan wat te doen indien de apotheek een andere insuline wil meegeven, maar dat volgens het beleid niet zou hoeven: Infographic DVN DEF.pdf
De kosten van de biosimilars zijn vaak lager dan de originele vorm en daarom kunnen zorgverzekeraars deze goedkoper inkopen. Sommige verzekeraars onderhandelen de beste prijs met de al bestaande insuline, de ander met de biosimilar.