Op 1 oktober 1988 trad Kajo Styblo in dienst bij het ZMC. Nu gaat hij met pensioen.
Als orthopedisch chirurg behandelde hij vele Zaankanters met problemen aan botten, pezen, banden, spieren en gewrichten. Zijn specialisme: schouders en knieën. Stýblo blikt terug op zijn tijd in Zaandam en kijkt ook een beetje vooruit.
Ooit werkte hij twee jaar als chef de clinique in Alkmaar. De rest van zijn loopbaan bleef hij in Zaandam: “Het is een prettig, kleinschalig ziekenhuis met korte lijnen. We kennen elkaar en we weten elkaar goed te vinden. De sfeer op de werkvloer is prima. De mensen aan het bed doen altijd hun uiterste best. Tsja, als je goed zit, waarom zou je dan nog van plek veranderen?”
Waardevol contact met patiënten
Met plezier kijkt Stýblo terug op het goede contact dat hij door de jaren heen met veel patiënten had. “Met sommige bouw je echt een langdurige relatie op. Laatst blikte ik terug met een man van mijn leeftijd. Dan schrik je van hoeveel jaren je iemand al kent.”
Soms weten patiënten hun eerdere ontmoeting met Stýblo niet te herinneren: “Tegen een jongedame zei ik laatst dat ik haar al eerder behandeld had. Toen ze stellig aangaf mij nog nooit te hebben gezien, liet ik haar het dossier zien. Ze was een paar maanden oud, toen ze vanwege heupdysplasie een spreidbroekje kreeg aangemeten.”
Jaren van ontwikkeling
Stýblo wist veel patiënten met klachten aan het bewegingsapparaat te helpen. Daarbij wist hij zich gesteund door de vele technische ontwikkelingen die de industrie door de jaren heen op de markt bracht: “We hebben veel vernieuwing gezien bij de prothesemakers. Er kwam apparatuur om in gewrichten te kunnen kijken. En ook op het gebied van implantaten zoals kunstknieën en -schouders volgden de ontwikkelingen elkaar snel op.”
Stýblo hoopt dat er ooit nog een oplossing voor kraakbeenbeschadiging wordt gerealiseerd. “Je krijgt bij je geboorte zo’n vier millimeter aan kraakbeen mee, en daar moet je het dan voor de rest van je leven mee doen. Dat lukt niet altijd. Het zou mooi zijn als we een oplossing voor kraakbeenletsels en -slijtage nog eens voor elkaar krijgen. Dan zijn de orthopedisch chirurgen weliswaar meteen werkloos, maar voor de mensheid zou het fantastisch zijn.”
Vinkjes
Stýblo wenst het Zaans Medisch Centrum een goede toekomst toe. “Het zou mooi zijn als het ZMC – net als andere ziekenhuizen in Nederland – met wat minder bureaucratie te maken krijgt. Jaren terug las ik in een orthopedenblad dat Amerikaanse chirurgen de helft van hun tijd kwijt waren aan administratieve zaken. Toen zei ik nog: ‘McDonalds mag hier dan wel zijn gekomen, maar dit zal niet gebeuren’.”
“Tien jaar later is het overal in Europa zo. Met meer schijven, meer vinkjes en meer overleg. Minder bureaucratie zou prettig zijn, maar daar kunnen ziekenhuizen zelf weinig aan doen. Het wordt hun opgedrongen door de tijdsgeest.”
Opvolger Joost Willems
De opvolger van Stýblo is inmiddels gevonden: “Joost Willems is een gepassioneerd orthopedisch chirurg die gespecialiseerd is in bovenarmen, schouders en sportorthopedie.”
“Hij heeft onlangs een dag meegelopen. Toen kwam ik erachter dat ik hem ook eerder had gezien. Ik was ooit met zijn vader, een wereldberoemde schouderorthopeed, bij een specialistenbijeenkomst. Tijdens de familiedag heb ik peuter Joost en zijn broers op het strand ontmoet. Maar dat wist hij zich natuurlijk niet te herinneren”, lacht Stýblo.
Pensioen
19 mei is de laatste officiële werkdag van Stýblo. Hoe de orthopedisch chirurg zijn tijd straks gaat invullen? Grote plannen heeft hij niet. “Van gepensioneerde patiënten hoor ik dat je agenda zo weer gevuld is, maar dan alleen met leuke dingen. Het heilige moeten is er vanaf.”
Inmiddels heeft hij voor twee ochtenden alweer ‘werk’ gevonden: “Sinds zeven weken ben ik een trotse opa. Ik ga twee keer per week oppassen. Mijn dochter heeft wel gezegd dat ze drie maanden proeftijd aanhoudt. Ze heeft namelijk nog niet gezien of ik de luiers goed kan verwisselen. Haha.”