Fred Reijinga (69) is sinds vijf jaar vrijwilliger in het ZMC bij de afdeling patiëntenvervoer en bij de afdeling gastenservice: “Het leuke aan het patiëntenvervoer is dat je overal in het ziekenhuis komt.”
Fred: “Ik krijg een goed gevoel wanneer ik mensen kan helpen. Ik heb altijd een eigen zaak gehad en daarbij stond service hoog in het vaandel. Zelfs bij onterechte klachten gingen mensen bij mij tevreden de winkel uit. Dat geldt ook voor mijn werk in het ziekenhuis, je helpt mensen op een vriendelijke manier.
Ik ben hier als vrijwilliger begonnen nadat ik zelf een afspraak bij de dermatoloog in het ZMC had. Toen kwam ik in contact met een vrijwilliger bij de aanmeldzuil. Bij thuiskomst zei ik tegen mijn vrouw: ’Dat lijkt me leuk werk om te doen.’ Toen heb ik me via de website aangemeld. Ik ben begonnen met één dag per week en nu doe ik er drie. Ik werk zowel bij de afdeling patiëntenvervoer als bij de gastenservice bij de afdeling bloedafname.
Het contact met de mensen maakt het werk in het ZMC bijzonder. Bij de afdeling bloedafname leg ik het eerste contact wanneer bezoekers binnenkomen en help waar nodig bij de aanmeldzuil of wijs patiënten de weg. Mensen waarderen dat. Je regelt van alles. Sommige mensen hebben spoed en die moeten eerder geprikt worden. Ook jonge kinderen hebben voorrang. Via de aanmeldzuil kan ik dat in goede banen leiden. Dat ligt mij wel. Ik hou wel van een beetje uitdaging.
Het leuke aan het patiëntenvervoer is dat ik overal in het ziekenhuis kom, zelfs tot op de operatiekamer. Via een computersysteem komen de verzoeken voor vervoer binnen. De coördinator deelt in wie er gaat lopen. Dat kunnen ritjes zijn van verschillende afdelingen in het ziekenhuis maar ook bijvoorbeeld van de kiss&ride bij de parkeergarage of naar de fysiotherapeut. Zonder ons komen patiënten letterlijk nergens. Het is bijzonder dat dit werk in het ziekenhuis door vrijwilligers wordt gedaan, in andere ziekenhuizen is dat vaak niet zo.
Een bed vervoeren doen we met zijn tweeën, met een rolstoel ga ik alleen op pad om patiënten op te halen. Ik moet daarbij goed opletten of de patiënten een polsbandje hebben en of hun naam op het bed staat. Als dat niet zo is mogen wij ze niet vervoeren. Ook vraag ik om de geboortedatum om vergissingen te voorkomen.
Op een dag krijg ik te maken met allerlei verschillende patiënten. Dat maakt het ook zo leuk natuurlijk. Ik moet steeds aftasten wat iemand prettig vindt. Ik begin een praatje met iemand en merk dan snel genoeg of mensen daar zin in hebben. Sommigen zijn daar heel blij mee, die willen graag even hun verhaal kwijt en beginnen uit zichzelf al volop te praten.
Bij afdeling patiëntenvervoer werk ik in een groep van ongeveer 12 mensen. Dat is heel gezellig met elkaar. Soms moet je een half uurtje wachten tot er een oproep komt voor vervoer. Dan drinken we koffie met elkaar en maken we een praatje. Daardoor ken je iedereen en leer je nieuwe mensen kennen. De samenwerking met de verpleegkundigen gaat ook heel perfect. Iedereen is heel aardig, ook tegen patiënten. Wanneer ik een topdag heb? Als het op rolletjes liep en ik zie dat de mensen goed geholpen zijn. Dat ze blij zijn met wat je voor ze kunt doen.”
Meer info over vrijwilligerswerk bij het ZMC vindt u hier.