De zomertijd komt er weer aan. Velen zien uit naar de avonden waarop het langer licht blijft. Maar er zijn ook mensen die het verzetten van de klok maar niets vinden. Chronobioloog Floor van Oosterhout van het Slaap Waak Expertisecentrum in het Zaans Medisch Centrum legt uit: “Door de start van de zomertijd moet je biologische klok zich aanpassen. Je hebt dan als het ware een jetlag van een uur.” Hoe kun je de overstap van winter- naar zomertijd makkelijker maken? En zou het niet handig zijn wanneer het altijd zomertijd blijft?
Van Oosterhout die in het Slaap Waak Expertisecentrum patiënten met ernstige verstoringen van het bioritme behandelt, weet hoe belangrijk de biologische klok voor de mens is: “Het is een interne klok die aangeeft wanneer we willen slapen, wakker worden of eten. De klok zorgt ervoor dat bijna alle processen, zoals spijsvertering, hormoonspiegels en gemoedstoestand, volgens een 24-uurs ritme verlopen. Raakt die biologische klok ontregeld, dan leidt dit tot een verstoring van het slaap-waakritme. Sommigen ervaren zo’n verstoring bij de ingang van de zomertijd.”
“Vooral avondmensen hebben problemen met de zomertijd”, weet Van Oosterhout. “Zij hebben doorgaans al moeite om in slaap te vallen en dan moeten ze ook nog eens een uur vroeger opstaan. Vaak zijn zij overdag meer vermoeid, minder alert en ervaren ze soms problemen met de stofwisseling. Dit is vergelijkbaar met lichte jetlagverschijnselen.”
Wie moeite heeft met de overgang van winter- naar zomertijd, kan zich volgens Van Oosterhout enigszins voorbereiden: “Begin een paar dagen eerder met het stapje voor stapje vervroegen van je waak-slaapritme. Ga iets eerder naar bed, doe het licht iets eerder uit en zorg bij het opstaan in de ochtend dat je meteen veel daglicht ziet. Zo past je biologische klok zich geleidelijk aan.”
‘Was het maar altijd zomertijd’, hoort Van Oosterhout wel eens: “Dat klinkt natuurlijk fijn – ’s avonds altijd langer licht – maar daar vaart niet iedereen wel bij. De biologische klok heeft namelijk het ochtendlicht nodig om in de pas te blijven lopen met de dag-nachtcyclus op aarde.”
“Zou je in de winter de zomertijd aanhouden, dan is het van eind oktober tot begin maart nooit vóór half negen licht en moet je vier maanden per jaar in het donker naar school of werk. Bij een gebrek aan ochtendlicht wordt het bioritme niet goed bijgesteld en is het moeilijker functioneren. Op termijn kan dat leiden tot slaapstoornissen en gezondheidsissues zoals overgewicht, diabetes en depressie.”
Het Europees Parlement heeft in 2019 besloten om het tweejaarlijks verzetten van de klok af te schaffen, maar de discussie over de uitvoering is even naar de achtergrond geraakt. Moet er ooit een keuze worden gemaakt tussen zomertijd of wintertijd, dan gaat Van Oosterhout voor de tweede optie: “Alhoewel… het zou nog beter zijn als we in Nederland zouden overstappen op de West-Europese tijd, de Engelse tijd.”
“Als je namelijk kijkt naar de geografische ligging, dan liggen wij in de West-Europese tijdzone, maar sinds de Tweede Wereldoorlog is bepaald dat we de Midden-Europese tijd van plus één uur aanhouden. Nu is Berlijn de plek waar de zon om twaalf uur ‘s middags op het hoogste punt staat. De zon zou eigenlijk leidend moeten zijn in het bepalen van de tijd, anders houden we onszelf maar voor de gek.”
“Maar of die tijdzones ooit worden aangepast? Eerst maar weer eens genieten van de Nederlandse zomerdag. Die telt veel meer lichturen dan de winterdag.”