Je staat niet iedere dag stil bij het doneren van je organen en weefsel na je overlijden. Toch is het wel een belangrijk onderwerp om over na te denken. En om te bespreken met de mensen die het dichtst bij je staan. Zodat zij weten wat jouw keuze is en jij weet wat hun keuze is.
Als iemand komt te overlijden moet het doneren van een orgaan of weefsel snel gebeuren. Een orgaan moet namelijk zo lang mogelijk doorbloed blijven. Het doneren van weefsel kan wat langer wachten, maar niet té lang. Het is daarom belangrijk dat het gesprek over weefseldonatie zo snel mogelijk na het overlijden plaatsvindt, ondanks dat het een heel verdrietig moment is.
Omdat er snel gehandeld moet worden, is het goed dat het achteraf gecontroleerd wordt. In het ZMC controleert donatiecoördinator Ingrid van Halderen of het doneren van weefsels goed is gegaan. Ingrid:” Er zijn twee soorten donatiecoördinatoren. De ene gaat over de donatie van organen en heet orgaandonatiecoördinator. Deze is in het ziekenhuis aanwezig als er een orgaandonatieprocedure plaatsvindt. De andere gaat over de donatie van weefsels en heet weefseldonatiecoördinator. Dat ben ik.”
De Wet op orgaandonatie
De regels over orgaan- en weefseldonatie staan in de Wet op orgaandonatie. Ze gelden voor alle artsen en verpleegkundigen. Ingrid: “Nadat iemand overleden is, kijk ik eerst op het donatieformulier en als er informatie onduidelijk is, kijk ik in het dossier. Ik zie dan of de arts goed gehandeld heeft. Bijvoorbeeld, heeft de arts de donor herkend. Het herkennen of iemand een donor zou kunnen zijn is de eerste stap. Daarna kijk ik of de arts gecontroleerd heeft of die patiënt als donor geregistreerd stond. Doet de arts dit niet, of te laat, dan kan het zijn dat de organen of weefsels niet meer gebruikt kunnen worden. Terwijl het misschien wel iemands wens was om na overlijden donor te zijn.” Om ervoor te zorgen dat artsen en verpleegkundigen op de hoogte zijn van de regels geeft Ingrid regelmatig scholing en zorgt ze ervoor dat nieuwe kennis met hen gedeeld wordt.
Hoe word je donatiecoördinator?
Ingrid: “Om de functie van donatiecoördinator te krijgen, moet je een opleiding tot intensive care of spoedeisende hulp verpleegkundige gedaan hebben. Nadat je bent aangenomen krijg je trainingen bij de NTS (Nederlandse Transplantatie Stichting). Bijvoorbeeld een training in hoe je een gesprek voert als bepaalde regels niet zijn toegepast. Daarnaast is er een goed contact met ander donatiecoördinatoren en leer je veel van elkaar.”
Welke boodschap wil je meegeven?
Ingrid: “Het is belangrijk om te weten hoe jouw dierbaren staan geregistreerd in het donorregister. Dit voorkomt onverwacht nieuws en moeilijke keuzes op een toch al verdrietig moment. Maar als je weet wat jouw dierbare wil, dan maakt dat de keuze in zo’n situatie wat makkelijker. Daarom is het goed om dit onderwerp met hen te bespreken. Stel gewoon de vraag: “Wat wil jij als je komt te overlijden?” En maak het gesprek vooral niet te zwaar. Zorg ook dat je goed bent geïnformeerd zodat je een voor jou goede keuze kan maken. Op de site van de NTS vind je veel antwoorden op vragen.”
Meer weten?
Er zijn nog een heleboel dingen die Ingrid kan vertellen over orgaan- en weefseldonatie. Zo kan bijvoorbeeld niet iedereen doneren. Als je bijvoorbeeld ouder dan 85 jaar bent, kun je geen weefsels meer doneren. Als je kanker hebt, of hebt gehad, kan je alleen nog je hoornvlies doneren.
Nieuwsgierig geworden? Kijk dan op deze websites:
Hoe gaat orgaan- en weefseldonatie? | NTS (transplantatiestichting.nl)